Drie weken geleden maakte ik een onfortuinlijke val met mijn racefiets. Ik reed een rondje en was teveel bezig met mijn snelheid om goed op te letten. De plotselinge bocht bleek nog nat te zijn, waardoor ik naast de weg terecht kwam. Toen ik het asfalt weer op wilde, was het randje te hoog en… Met een onsierlijke boog klapte ik met mijn hoofd en schouder op het asfalt. De helm beschermde mijn hoofd zoals het moet, maar mijn schouder hoorde ik knappen. Toen ik opkrabbelde van het asfalt voelde ik dat ik niet zoveel kon met mijn rechterarm.
Na vijf minuten langs de kant van de weg te hebben gestaan, stopte er een auto. Twee mensen van Staatsbosbeheer stapten uit en vroegen wat er aan de hand was. Ik bloedde en stond op een rare plaats, dus ze waren gestopt. Na kort overleg werd een vriendelijke collega gebeld die mij en mijn fiets mee kon nemen. Ondertussen had ik mijn vrouw kunnen bereiken en zij reed ons tegemoet. Mijn fiets en ik werden overgeheveld en daar ging het naar de huisarts. Ze verzorgde mijn wonden en gaf pijnstilling en stuurde me naar de röntgenafdeling van het ziekenhuis. Ook daar weer aardige mensen die behulpzaam mij voor het apparaat neerzetten. Toen ik mijn shirt niet uitkreeg werd het netjes doorgeknipt zodat ik het daarna als jasje om mij heen kon draperen.
Vervolgens liep de verpleegkundige mee om de weg te wijzen naar de eerste hulp waar ik te horen kreeg dat een en ander gebroken was. Maar niet getreurd, ik kreeg nog wat pijnstilling en een receptje om de komende tijd pijnvrij te kunnen dromen. Binnen korte tijd zat ik voor het ziekenhuis met een tasje vol snoepjes om de dagen een beetje door te kunnen komen.
Het eerste wat ik dacht toen ik op het asfalt lag was: ‘O nee, vanmiddag het kinderfeestje van een van onze kinderen. Ik kan niks.’ Met wat telefoontjes was er iemand die wilde rijden naar het kinderfeestje en een ander die mij wel wilde oppikken uit het ziekenhuis, zodat mijn vrouw de kinderen kon ontvangen. Toen ik voor het ziekenhuis zat kwam er iemand langs die vroeg of ze me naar huis kon brengen. Dat was niet nodig want mijn eigen taxi kwam al aanrijden.
Wat zijn er veel vriendelijke mensen op de wereld. Daar ben ik blij om, want het laat iets van God zien. God is vriendelijk voor de mens en wil dat wij dat weerspiegelen. Met zoveel vriendelijkheid om mij heen zal mijn schouder ook wel snel herstellen. Laten we niet vergeten aardig te doen.
Verschijnt ook in de Harderwijker Courant