Mattheus, het joodse evangelie

Mattheus schrijft zijn evangelie om duidelijk te maken aan joodse lezers dat Jezus de beloofde Messias is. Dat doet hij door voortdurend te verwijzen naar teksten en verhalen uit het Oude Testament. Zo maakt hij duidelijk dat Jezus geen totaal nieuw begin is, maar voortbouwt op wet en profeten. Een nauwkeurig onderzoek komt erop uit dat Jezus de ware zoon van Israël is.

Abrahams belofte
Het geslachtsregister waarmee Mattheus opent trekt een directe lijn van Abraham naar Jezus. Deze mens is de zoon van Abraham. Niet voor niets is de geboorte van Izak, de zoon van Abraham, minstens zo wonderlijk als de geboorte van Jezus, de beloofde zoon van Abraham.

De belofte voor Abraham bestond uit drie onderdelen: een zoon, een land en zegen voor de wereld. Jezus vervult deze belofte, wat duidelijk wordt in de opdracht aan de leerlingen om de hele wereld te vertellen van de blijde boodschap.

Hoe Jezus de vervulling is van de belofte aan Abraham wordt ook zichtbaar in de aanstelling van de twaalf leerlingen. Dit getal twaalf verwijst naar de stammen van Israël, de zonen van Jakob, de kleinzoon van Abraham.

Nieuwe Profeet
In Deuteronomium 18 vertelt Mozes dat er een nieuwe Mozes zal komen. God zal een leider en profeet als Mozes geven is de belofte. Jezus is deze nieuwe Mozes. God gaf zijn wet aan het volk Israël via Mozes op de berg. Jezus doet hetzelfde. De bergrede, gesproken vanaf een berg, is niet alleen op een berg uitgesproken omdat dan het geluid makkelijk ver draagt, maar ook omdat Jezus op deze manier de band met Mozes duidelijk maakt. Hij is de profeet als Mozes.

Dat wordt al duidelijk in het geboorteverhaal. Mattheus vertelt als enige de vlucht naar Egypte, omdat een boze koning zijn leven bedreigt. Dat is een dreiging die ook voor Mozes gold, die immers in een biezen mandje werd gelegd om zijn leven te redden.

Hoe Jezus verbonden is met Mozes blijkt ook uit de verheerlijking op de berg. Mozes en Elia komen Jezus troosten en bemoedigen.

Zoon van David
Jezus is de beloofde zoon van David. Dat is, denk ik, de belangrijkste lijn in Mattheus. Dat zit al in het geslachtsregister dat vooral wil beklemtonen dat Jezus de beloofde zoon van David is. Dat is hij via Jozef. Jozef was uit het geslacht van David en omdat hij Jezus als zijn zoon adopteerde geldt Jezus als zoon van David. “Zoon van David”, is ook de aanspraak van Jozef zelf. Hij krijgt een droom waarin een engel hem zegt dat hij voor Maria moet zorgen en daar niet bang voor mij zijn. De engel spreekt hem aan als Jozef, zoon van David.

Ook in de rest van het geboorteverhaal van Mattheus wordt duidelijk dat het gaat om de zoon van David. Als de magiërs een koning zoeken blijkt al snel dat ze die in Bethlehem kunnen vinden. Dat is de stad waar koning David geboren is. En dat hij inderdaad koning is, blijkt uit de vorstelijke geschenken die ze hem geven. Daarbij verwijst vooral het goud naar de koninklijke status van koning David.

David werd gezalfd en kwam daarna onder de leiding van de Geest van God te staan. Bij Jezus zie je precies hetzelfde na zijn doop in de Jordaan. Daarna voert de Geest van God hem naar de woestijn.

Zoon van David betekent voor Jezus dat hij degene is die zorgt voor het koninkrijk van de hemel (Mattheus heeft het over dat koninkrijk in plaats van het koninkrijk van God. Dat doet hij om zijn joodse lezers niet voor het hoofd te stoten) waarin mensen genezen en vergeven worden. Die genezing komt mooi naar voren bij de genezing van twee blinden bij Jericho. Zij roepen als ze horen dat Jezus voorbijkomt: Heer, Zoon van David, heb medelijden. Dat is kennelijk wat de zoon van David komt doen: genezen en herstellen wat niet goed is in deze wereld.

Jezus als nieuwe David maakt duidelijk waar het om gaat in het evangelie van Jezus Christus: Wij leven in het koninkrijk van God en moeten ons koninklijk gedragen. Dat betekent dat we in het spoor van koning Jezus deze aarde en de mensen moeten genezen en herstellen. Jezus’ leven laat zien hoe het leven in het koninkrijk eruit ziet. Jezus’ sterven en opstanding vernietigen het kwaad en geven zijn volgelingen het leven.

Het leven van Jezus Christus is geen voorbereiding op zijn sterven, maar de invulling van het koningschap van Jezus Christus en het begin van zijn koninkrijk.

Nieuw
Hierboven gebruik ik geregeld het woord nieuw. Dat kan misverstand opwekken, alsof de oude David, Mozes en Abraham hebben afgedaan en afgedankt worden. Dat is zeker niet het geval. Mozes blijft belangrijk, wat al blijkt uit het feit dat Jezus drie keer Mozes citeert in zijn antwoorden aan de duivel in de woestijn. De zegen aan Abraham blijft bepalend voor het volk van Israël en David is nog steeds de grootste koning van Israël.

 

Comments are closed.