Recensies laat maar waaien

Opwekking november 2017

 

‘Met dit boek hoop ik iets van de veelzijdigheid van de Heilige Geest onder woorden te brengen. Ik hoop dat je net zo’n fan wordt van de Heilige Geest als ik ben. Laat maar waaien die Geest van God’, schrijft Pieter Both in zijn voorwoord. In vijf hoofdstukken laat hij zien wie de Heilige Geest is, hoe mensen veranderen door het werk van de Geest, hoe belangrijk het is om samen te geloven, hoe de Geest werkt en hoe krachtig dat is. Dat doet hij aan de hand van de Bijbel, praktijkverhalen van mensen die Gods Geest duidelijk hebben ervaren, en prachtige en relevante metaforen. Daarbij is een achterliggende gedachte dat protestanten en evangelischen van elkaar kunnen leren: beide tradities hebben mooie kanten van Gods Geest ontdekt, die elkaar aanvullen. Aan elk hoofdstuk zijn vragen toegevoegd als basis voor een groepsgesprek of voor persoonlijke studie. Een verfrissend boek.

 

Recensie door Jacco Stijkel


Over hoe de Geest van God werkt in onze tijd zijn de meningen van christenen verdeeld. Dat bleek onlangs maar weer eens toen de Canadese prediker Randy Clark, bekend van de Toronto Blessing, sprak op een leiderschapsconferentie van het Evangelisch Werkverband. Waar de één vooral bedenkingen heeft, ziet de ander juist ruimte voor de Geest in traditionelere kerken.

Dominee Pieter Both heeft met ‘Laat maar waaien’ een vlot geschreven en zo nu dan en ook prikkelend boekje geschreven over de Heilige Geest. In ‘Laat maar waaien’ wil hij een bruggenbouwer zijn tussen beide groepen. Tegen de charismatische groep zegt hij: ‘Wees niet zo drammerig alsof iedereen in tongen moet spreken, Gods Geest werkt op verschillende manieren’ en tegen de groep gelovigen die het spectaculaire werk van de Geest laat stoppen bij de apostolische tijd: ‘Je weet niet wat je mist’. Both wil niet veroordelen maar juist verbinden en daarmee wijzen op het werk van de Geest. Het boek bevat vijf hoofdstukken: de kracht van de Geest, hoe de Geest je verandert, de Geest vooral actief in gemeenschappen, het alledaagse van de Geest en wie de Geest is.

Veel mensen denken bij het werk aan de Geest aan spectaculaire uitingsvormen als het spreken in tongen en genezingen. Both laat zien hoe God door zijn Geest werkt in en door gelovigen. Hij benadrukt dat de Geest troost en vreugde geeft. Dit is niet alleen een individueel proces: maar vindt juist ook plaats in gemeenschappen, grote en kleine.
Both gaat moeilijke vragen niet uit de weg: wat als je niks ervaart van God in je leven. Hij wijst dan naar de woestijnervaringen van Bijbelse personages als Mozes en Paulus, maar ook naar Johannes bij het Kruis: je hebt als gelovige perioden in je leven waar je niks merkt van God, maar waarin Hij wel enorm met je bezig is.

Het laatste hoofdstuk ‘Wie is de Geest’ vond ik persoonlijk het meest boeiende. Werkt Gods Geest ook door mensen die niet of anders geloven? Hij heeft het voorbeeld van een kunstenaar die aangeeft geïnspireerd te zijn door iets buiten zichzelf. Of hoe zit het met mensen die het goede doen? Doen zij dat door Gods Geest? Tot slot wijst Both in dit hoofdstuk erop dat de werking van de Geest er onlosmakelijk mee verbonden is dat God de God van Israël is. Heel mooi dat Both dit alles aanstipt, jammer dat het hierbij blijft. Deze vragen schreeuwen om diepere doordenking.

Dit boek is geen stevige theologische verhandeling over de Geest. Het boek wil een opfrissing zijn, en dat is het zeker. Het inspireert je als lezer om meer werk te maken van de aanwezigheid van God in je leven en God de ruimte te geven dat Hij kan werken. Laat Hij het maar doen. Daarmee is het boek geschikt voor christenen van welke achtergrond dan ook. Doordat er na elk hoofdstuk een handout voor een gespreksavond is toegevoegd, is het boekje prima geschikt om te gebruiken in kringen.

WegWijs mei / juni 2017, jaargang 71, nr. 3.

Pieter Both is onder de indruk van het werk van de Geest. Bij zowel traditionele als bij pinksterkerken is het hem opgevallen dat heel vaak zó over de Geest wordt gesproken dat het past binnen de eigen ervaring. Maar de Geest is zo veelzijdig! Daarbij onderkent hij dat onderwerpen zoals tongentaal kunnen zorgen voor misverstanden.

Er zijn vijf hoofdstukken met gespreksvragen. Allereerst gaat het over de kracht van de Geest, dan over hoe Hij inwerkt op ons leven, vervolgens over de Geest die hoort bij de gemeenschap van gelovigen. Het vierde hoofdstuk “Hoe zou ik aan uw Geest ontsnappen” vertelt over de werking van de Geest in het alledaagse. In het hoofdstuk “Wie is de Geest?” worden vragen aangestipt als: Is Jezus de basis van het leven? Of Is het de Geest die helpt met wijsheid, inzicht en troost.

Door de vele punten is de structuur niet altijd even helder. In hoofdstuk 2 bijvoorbeeld lees je over: de Geest die in de protestantse traditie buiten beeld is geraakt, de vreugde op plaatsen waar God met zijn Geest werkt, zalving onder het OT, de Geest als trooster. Soms ervaren we God weinig, dat is geen ongeloof, maar bewijs dat de Geest aan het werk is. Zo’n periode in je leven wordt de woestijntijd genoemd.

De ondertitel luidt “Hoe Gods Geest je opfrist” En dan? Ga dus maar in de wind staan die raakt nooit op, net als de Geest. Zijn energie moet je gebruiken in het dagelijks leven.

Niet alles wat Both schrijft spreekt mij even sterk aan. Wel kunnen we van elkaar leren.

Piet Zeilstra

Reacties zijn gesloten.