Koning leeuw

Van tijd tot tijd vertel ik in de kerk voor de kinderen een verhaaltje over koning Leeuw. Ze staan hier.

Zomertijd

De miertjes waren moe. Ze waren afgelopen week nog naar school geweest, de juf een hand en soms een cadeautje gegeven. Nu begon de vakantie. Dat was wennen. Want wat moest je dan doen? De eekhoorns hadden al een paar dagen kunnen wennen aan de vakantie. Ze hadden hun boeken ingeleverd en lagen ’s morgens heel lang in hun bed. Hun staart opgerold onder een laken. Meer was niet nodig, want het was warm.

De dassen riepen af en toe: wij hebben ook vakantie. Dat deden ze als de mieren en de eekhoorns zich erg verveelden en daardoor maar bleven zeuren tegen de dassen. En de uilen? Die vonden de komende weken lastig. Zeker als de dassen op vakantie gingen en de mieren en de eekhoorns meenamen. Dan maakten ze zich zorgen en het was ook wel saai voor de uilen om meer dan anders alleen te zijn. Gelukkig konden ze elke zondag naar de open plek in het bos om de andere dieren te ontmoeten.

Het was een bijzondere tijd om met koning Leeuw bezig te zijn. Sommige dieren gingen naar een hele grote open plek. Daar kwamen ze dan een hele week bij elkaar. Als ze geluk hadden bleef het een beetje droog. En als ze helemaal geluk hadden, dan regende het zegen van koning Leeuw. New bossenbesssensap heette die open plek.

Het was ook een bijzondere tijd omdat je kon uitrusten. En rusten, dat hoort helemaal bij koning Leeuw. Het was het eerste dat de dieren mochten doen toen ze gemaakt werden. Het hoort helemaal bij het rijk van koning Leeuw. Hij geniet als de dieren uitrusten en genieten. Daarom is het een bijzondere tijd om met koning Leeuw bezig te zijn. Dat moet je niet vergeten de komende weken. Waar je ook bent, koning Leeuw gaat met je mee. Dat geldt ook voor de olifant met zijn snuit.

De geestelijke wapenrusting

De dieren in het grote bos leefden in vrede. Grote vijanden waren er niet in het bos, dachten ze. Zo leek het ook. Er waren geen wolven, die waren uitgeroeid. Nou ja, soms dwaalde er een verdwaalde Duitse wolf rond. Maar die was ook snel weer verdwenen. Het land van koning leeuw was een prachtige plek om te wonen als je in het bos woonde. Uil, das, eekhoorn en mier leefden veilig in het grote dierenbos. Dat dachten ze.

Maar in het grote boek stond wel een waarschuwing. Daarin kan je lezen over de hyena’s die er zijn en proberen om je te pakken te krijgen. Het liefst wil de hyena dat je niet meer leeft in het land van koning leeuw. Daarom proberen ze je bang te maken. Zodat je niets meer met koning Leeuw te maken wil hebben. In het grote boek staat dat de dieren moeten vechten, niet tegen gewone dieren, maar tegen hemelse vorsten, de heersers en de machthebbers van de duisternis, tegen de kwade geesten, de hyena dus.

Toen de mieren dat hoorden werden ze bang. Vechten tegen die hyena, dat kunnen wij niet. De das dacht even na en wist toen dat hij het ook niet redde. Maar de  uilen wisten hoe het zat: wij hoeven niet alleen te vechten. Wij hoeven zelfs niet aan te vallen. Dat doet de zoon van koning Leeuw wel. Wij hoeven alleen maar te schuilen bij koning Leeuw. En daarvoor is er een speciaal uniform. De wapenuitrusting van koning Leeuw. Het uniform van soldaten. Wij moeten net als gekleed zijn. Een helm, een riem, een harnas, sandalen, een schild en een zwaard. Dan zijn we beschermd tegen de hyena.

Gelukkig maar, zeiden alle dieren. Dan kunnen we veilig verder leven, want dan zijn we goed beschermd. Dat geldt ook voor de olifant. Hij heeft zijn harnas al om, maar o die kwetsbare snuit. Nu is dit verhaaltje uit.

Vertel het de kinderen

Op een dag liepen de miertjes door het bos. Ze liepen heel ver, tot het einde van het bos. Als je bij de rand van het bos bent, dan zie je een grote rivier. Daar staan vaak wat dieren water te drinken. De grote dieren natuurlijk. Miertjes hebben genoeg aan een beet in een sappig blaadje voor wat drinken. De miertjes kwamen niet vaak zo ver. Toen ze de rivier zagen waren ze diep onder de indruk. Wat een water stroomde daar. Maar wat was dat in het midden van de rivier? Dat leek een hoop stenen. Wie zou die daar neer hebben gegooid?

De miertjes keken om zich heen. Gelukkig vloog er net een oude uil voorbij. En uilen staan bekend om hun vriendelijkheid. Die kan je altijd wat vragen en vriendelijk geven ze antwoord. De uil keek heel blij toen de miertjes vroegen naar die steenhoop. En ze zeiden: die stenenhoop ligt daar zodat jonge diertjes vragen stellen over die hoop en dan kan verteld worden over de bevrijding door koning Leeuw. Want lang geleden waren de dieren in het bos gevangen in een ander bos. Daar moesten we heel hard werken en kregen we heel weinig eten. Alle dieren waren slaven.

Daarna ging koning Leeuw ons bevrijden. Na een lange tocht kwamen we bij ons bos aan. Maar we moesten nog wel door de rivier. Koning Leeuw zorgde ervoor dat er een pad kwam, dwars door het water heen. Midden op het pad hebben toen de grootste dieren stenen gelegd. Als jonge dieren die zien, dan vragen ze en kunnen we over koning Leeuw vertellen. Hij bevrijdt alle dieren telkens weer. En over zijn bevrijding moeten we praten.

Koning Leeuw bevrijdt de mier, de uil en de olifant met zijn grote snuit. Nu is dit verhaaltje uit.

Sabbat

De dieren in het bos waren alle dagen heel druk bezig. De miertjes moesten elke dag naar school. Dat vonden ze lang niet altijd leuk. Zeker niet als het mooi weer was en ze liever lui in de zon lagen. De eekhoorns waren ook nog druk bezig. De meesten hadden toetsweken. Sommige waren helemaal happy en hadden niet alleen met hun staart gezwaaid, maar ook met een vlag met een tas eraan. Die waren klaar met school en konden weer verder. Andere eekhoorns moesten nog heel hard aan het werk om te zwaaien met tas. De dassen klaagden altijd dat ze zo druk waren en dat was ook zo, omdat ze zich altijd druk maakten. Zelfs de uilen vonden dat ze altijd maar bezig waren. Die hoorde je soms zeggen: Sinds ik met pensioen ben, heb ik het drukker dan ooit. Nou ja, zo bleek maar weer dat de dieren in het grote dierenbos een beetje verslaafd waren aan hun werk.

Dat weet koning Leeuw natuurlijk heel goed. Hij kent alle lagen van het dierenhart. Daarom heeft hij een belangrijke regel bedacht. Op alle dagen van de week mag je werken. Maar een dag moet je apart zetten. Precies zoals het ging toen koning Leeuw de wereld maakte. Op de laatste dag van de week maakte koning Leeuw het belangrijkste: de rust. Daarom moeten alle dieren nog steeds die dag vieren en rusten. Dan leren alle dieren wat het belangrijkste is in het leven. Dat is namelijk de liefde van koning Leeuw. Daarom is die ene dag een dag om bijzondere dingen te doen en te leren uit het grote boek van koning Leeuw. Het is de bijzonderste dag van de week waarop je al kan zien dat koning Leeuw iedereen rust wil geven. Daarom maakte de zoon van koning Leeuw het liefst mensen op die dag gezond. Dan werd duidelijk dat koning Leeuw een wereld wil waarin iedereen gelukkig is. Alle dieren, ook de olifant met zijn snuit

Dit verhaaltje is nu uit.

Nieuwjaar

De dieren in het bos kwamen bij elkaar op zondagmorgen. Dat doen ze elke week, maar deze keer was het bijzonder. Dat kwam omdat hun buikjes nog helemaal vol waren. Ze hadden oliebollen gegeten. De dieren in dit bos waren geluksvogels. Want zij aten de lekkerste bollen van het land. Die bakte de vos al voor het tweede jaar.

De dieren waren nog wel een beetje moe. Vooral de Eekhoorns. Die hadden flink lopen knallen. Dat vonden ze leuk. En ach, dat hadden alle dieren gedaan toen ze jong waren. Gelukkig zaten alle staarten nog aan de eekhoorns. Ze waren zo slim geweest om speciale brillen op te zetten, zodat hun oogjes beschermd waren.

De uilen waren redelijk op tijd naar bed gegaan. Zij hebben het al zovaak meegemaakt. Ze neurieen wat voor zich uit over uren, dagen, maanden jaren die als een schaduw wegvliegen. En dat koning Leeuw nooit veranderd. Dat zo’n nieuw jaar daarom niet zoveel voorstelt. Ze vergeten weleens dat koning Leeuw juist de tijd gemaakt heeft om te kunnen veranderen. Het is goed om te vieren en te feesten. Want koning Leeuw houdt van feesten. Daarom is het deze zondag extra feest. Want de dieren kunnen elkaar de zegen van de koning toewensen.

Maar het was om nog een andere reden een bijzondere zondag. Want normaal gaan de dieren naar vijf verschillende plekken om koning Leeuw en elkaar te ontmoeten. Maar vandaag niet. Ach, er blijven toch op deze dag heel wat dieren langer in hun holletjes liggen. En het is mooi om het nieuwe jaar samen te beginnen. Want alle dieren horen bij elkaar. Ze hebben koning Leeuw en zijn zoon nodig in hun leven. Daarom beginnen de dieren dit jaar met elkaar. Want aan konings Leeuw zegen is alles gelegen.

 

Uw wil geschiede

De dieren in het bos hebben allemaal hun dromen en wensen. De mieren zouden wel altijd vrij willen van de dieren school en de eekhoorns dagdromen van grote huizen met zwembaden waar ze heerlijk kunnen chillen zonder achter beukennootjes aan te hoeven zitten. De Dassen, ach die dromen van rust en vrede en de uilen verlangen naar een leven zonder dood en ziekte.
Maar het leven is vaak anders. Dat moeten de dieren telkens leren. Soms worden dieren ziek. Er zijn soms tegenslagen. Dan komt een Das thuis te zitten zonder werk. Of een eekhoorntje merkt dat de school waar hij op zit niet past bij zijn mogelijkheden en hij moet iets anders gaan zoeken. En de uilen, die moeten best vaak naar een ziekenhuis dat niet eens meer in het dierenbos staat. Die moeten dan elke keer over een brug, die het meestal niet doet. Het dierenleven is echt vol tegenslagen.
De dieren moeten leren dat het niet altijd hun eigen plan is dat slaagt. Dat is best wel lastig. Dieren maken graag plannen en dan verwachten ze ook dat het zo gaat. In het grote boek staat dat de dieren als ze een plan hebben moeten denken of zeggen: dit plan kan alleen maar doorgaan als koning Leeuw het ook wil. Want elk dier wikt, maar koning Leeuw beschikt, zeggen de uilen dan met al hun wijsheid. Daarmee bedoelen de uilen dat dieren plannen hebben, maar dat koning Leeuw die het dierenbos maakte, bepaalt wat wel of niet zal gebeuren.
Als de dieren bidden tot koning Leeuw en zeggen dat moet gebeuren wat hij wil, dan zeggen ze daarmee dat wat de koning wil het beste is voor alle dieren. Dat is waar. Wat koning Leeuw wil, dat is het beste, want hij houdt van alle dieren, ook van de olifant met snuit. Nu is dit verhaaltje uit.

Vergeef ons onze schuld

Soms hebben de dieren echt ruzie met elkaar. De mieren pakken een blaadje van een struik en proberen elkaar de mierenkop in te slaan. Als dat op het schoolplein gebeurt, dan komt er snel iemand de mieren uit elkaar trekken. Dan praten ze het uit en zeggen ze sorry tegen elkaar.
De uilen zeggen dan: nu heb je het wel uitgepraat, maar weet je wel dat je ook koning Leeuw verdriet doet als je zomaar ruzie maakt? Je moet ook nog sorry zeggen tegen koning Leeuw. Als je ruzie maakt, dan moet je vergeving vragen. Niet alleen aan elkaar, maar ook aan koning Leeuw.
Dat geldt ook voor de Dassen. Die kunnen als echte nijdassen ruzie maken. Soms scheppen ze heel erg tegen elkaar op. En als ze in hun Das Auto met sjoemelsoftware over de bospaden scheuren, dan snijden ze soms een andere Das de pas af. Ja, ook de dassen maken zich soms schuldig. Zij moeten zich steeds weer bedenken dat ze ook vergeving moeten vragen aan koning Leeuw.
Alle dieren in het bos zijn schuldig. Misschien niet altijd omdat ze zich verkeerd gedragen, maar vaak omdat ze koning Leeuw vergeten. Dan leven ze elke dag in het dierenbos en dan weten ze niet meer dat koning Leeuw hen gemaakt heeft. Of ze vergeten de zoon van Koning Leeuw. Dieren hebben het nodig dat ze vergeving krijgen. En altijd als de dieren echt spijt hebben, dan krijgen ze vergeving. IN het boek staat het zo: Het gaat er niet om dat je met je mooiste vacht naar Koning Leeuw gaat, maar met berouw. Als je echt spijt hebt, dan wil koning Leeuw vergeven.
Dat is mooi nieuws voor alle dieren: als je vraagt om vergeving, dan krijg je het ook. Ook dat grijze grote beest met snuit, nu is dit verhaaltje uit.

Leid ons niet in verzoeking

Op een dag waren wilden een paar miertjes helemaal naar de rand van het bos lopen. Ze wisten dat het niet mocht. Dat was veel te ver. Dat was gevaarlijk. Je wist nooit wat je tegen zou kunnen komen. De ene mier liep al richting de rand van het bos. Maar toen reageerde een andere mier. Nee, ik doe het niet. Het lijkt heel mooi, die rand van het bos. Maar als we daar zijn kan het verkeerd aflopen. Straks is er een miereneter. Ik blijf hier. Ik wil niet in de verleiding komen om het toch te doen.
Op dezelfde dag liep een das langs een Das auto. Hij zag dat hij niet op slot was. Dat is natuurlijk een beetje dom. Toen hij nog beter keek zag hij dat er nog een portemonnee in de auto lag. Dat is mooi meegenomen. Deur open, geld meenemen en je kan weer wat meer bosbessensap kopen. Maar toen dacht de Das. Nee, dat geld is niet van mij. Ik moet het laten liggen. Het is een verleiding om het mee te nemen.
Op diezelfde dag zaten een paar uilen bij elkaar. Dat doen uilen graag. Beetje praten over vroeger, toen alles beter was. Maar op een goede dag zei een van de uilen. Ik stop ermee. Dat is een verleiding om zo maar altijd te klagen over nu. Dat moeten we niet doen.
’s Avonds lagen alle dieren weer braaf in hun holletjes. Ze overdachten de dag. Hoe moeilijk is het om geen verkeerde dingen te doen. Wat fijn dat Koning Leeuw alle dieren daarbij wil helpen. Daarom gingen ze bidden: Koning Leeuw, breng ons niet in verzoeking. Maar help ons juist om goed te leven.
Zo baden alle dieren. Ook de olifant met zijn snuit. Het is weer uit.

Reacties zijn gesloten.