Er gaat kracht vanuit
‘Gebed speelt een belangrijke rol in onze gemeente’. Deze zin staat in het beleidsplan van onze gemeente (Hervormde Wijkgemeente de Regenboog in Harderwijk). Maar is het ook echt zo? Met het opschrijven van een zin in een beleidsplan is het nog geen realiteit. Toch zie ik vanuit deze zin een beweging in onze gemeente.
Allereerst zijn er gebedsgroepen actief. Zo’n vijf verschillende op afwisselende tijden. Bijzonder is dat er ook veel mannen meebidden, waar gebed vaak een vrouwenzaak blijkt. Een groepje mannen bidt op maandagavond en een ander groepje op donderdagmorgen. Dat zijn niet altijd de grootste groepen, maar er wordt gebeden en gedankt.
Elke zondagmorgen wordt er door drie verschillende groepen gebeden voor de dienst. De muziek neemt de tijd om bij God te komen. Dat geldt ook voor de gebedsteams en de kerkenraad. Als voorganger merk ik dat daar kracht vanuit gaat. Na de dienst kan ieder voor zich laten bidden. Daar wordt in toenemende mate gebruik van gemaakt. Om het voorbede gebed meer ingang te laten vinden zijn deze teams ook aanwezig bij voorbereidende gesprekken voor opdragen en doop. Dan wordt er met ieder die zichzelf of zijn kind laat dopen of opdragen gebeden. Daardoor krijgt het voorbedegebed (ministry) makkelijker een plek in de gemeente.
Afgelopen twee jaar hebben we een gebedscursus gegeven. In zes bijeenkomsten bespraken we het Onze Vader. Deze cursus deden we in plaats van onze middagdienst, zodat het paste in het normale ritme van de diensten. Dit jaar gaan we die gebedscursus geven aan de kinderen van onze gemeente. Want kinderen leren bidden, is misschien wel de belangrijkste taak van de kerk.
‘Op zondag zie je hoe populair de voorganger is, op gebedsbijeenkomsten zie je hoe geliefd God is’. Deze bekende uitspraak wordt nogal eens gedaan als in de kerk blijkt dat het gebedswerk niet zo populair is. Ik herken dat ook in onze gemeente wel. De raad vindt het gebed heel belangrijk, maar het blijkt best lastig te zijn om de gemeente mee te krijgen. We hebben gemerkt dat we hier niet teveel voor moeten organiseren en zeker niet negatief praten over een gebrek aan bidders. Paulus spreekt opvallend positief in zijn brieven over de gemeenten waar hij aan schrijft, terwijl er veel op hen is aan te merken. Dat stimuleert ons om juist het positieve te zien in de bidders die er wel zijn.
Om het gebedswerk te laten groeien in onze gemeente, bidden we daarvoor en daarnaast maar gewoon aan het werk te gaan.
Het gebed is de afgelopen jaren vooral gegroeid door een ‘gebedsketting’. Dit betekent voor ons dat we tussen Hemelvaart en Pinksteren elk uur van de dag bidden. Er wordt een kamer in ons gebouw ingericht als gebedskamer. Elk uur is er iemand die gaat bidden (soms ook tweetallen). Dat kan in de gebedskamer, maar dat hoeft natuurlijk niet. Zelf heb ik afgelopen jaar een aantal keer ’s nachts gebeden. Daarbij heb ik twee keer een nachtelijke wandeling door de wijk gemaakt en een andere keer was ik op een conferentie waar ik de wekker had gezet. We hebben heel sterk gemerkt dat het een impuls geeft aan het gebedswerk. Afgelopen jaar hebben er meer dan tachtig mensen meegedaan en elk jaar willen er meer mensen meedoen. Heel bijzonder is het ook om te merken dat God mensen soms wakker maakt om te bidden. Zo gebeurt het geregeld dat er in de nacht wel een kraaltje ontbreekt in de ketting. Maar geregeld wordt er dan iemand vijf minuten voor er een gat valt wakker en zet dan in de app groep: ‘ik ben wakker en ga nu bidden’.
Heel bijzonder was dat door alle gebeden heen er een aantal rode draden zichtbaar werden. God sprak tot ons als gemeente. Dat heeft velen bemoedigd. En dat laat mensen bidden: als ze ervaren dat er kracht vanuit gaat.
Pieter Both
oktober 2019
Predikant De Regenboog Harderwijk