In deze Coronatijd hebben onze tienerzonen veel op de mountainbike gezeten. Door de vele vrijwilligers ligt er ongeveer 50 kilometer aan prachtige routes door de bossen rond Harderwijk en Ermelo. En natuurlijk is er de rode route op het terrein van het Bouw en Infrapark waar je nog een schansje kan pakken. Het is genieten. Naar boven en weer naar beneden, in volle vaart door de bocht. Af en toe een ontmoeting met een dier of genieten van de zon die door de bomen speelt. Mijn zonen vonden het niet erg om veel tijd in het bos door te brengen. Coronatijd heeft voor sommigen ook voordelen. Vorige week was het zover: ik moest een keertje mee. Een spannende vraag was het voor mij en een van mijn competitief ingestelde zonen: wie rijdt de ander eraf? Ik ga de uitslag hier niet verklappen, maar ik mocht niet mopperen.
Terwijl ik op de fiets zat en genoot van de geuren in het bos en het geluid dat de fiets maakte, realiseerde ik me dat ik de afgelopen weken druk bezig was geweest met alles wat anders was dan normaal. Niets bleef hetzelfde de afgelopen maanden en ik was daar maar mee bezig. Het is goed om weer te ontspannen.
Toen God de wereld maakte was hij zes dagen druk. Toch duurde de schepping een week. Het verschil zit in de zevende dag. God deed niets en voltooide zo de wereld. Het leert mij dat werk niet het belangrijkste is. In onze tijd en cultuur lijkt het soms dat we pas iemand zijn omdat we werken. En voor velen is de Coronatijd ook een tijd van zwoegen en organiseren. Juist dan is het belangrijk om te zien hoe God het bedoelde: eerst rusten en dan werk. En altijd weer terug naar die rust. Want we worden niet iemand door ons werk, maar door Gods aanwezigheid, die je vooral bij ontspanning ervaart.
Volgende week maar weer op de mountainbike.
Deze blog verschijnt ook als column in de Harderwijker courant