Op mijn wandelingen door de bossen van Harderwijk kwam ik een roodborstje tegen. Hij bleef zitten toen ik dichterbij kwam. Hij was helemaal niet bang of in ieder geval liet hij dat niet merken. Hij had een taak, want hij moest het gebied erachter bewaken. Dat denk ik tenminste, want boven hem stond geschreven dat daarachter een eigen terrein was. Hij keek me aan alsof hij wilde zeggen: ‘Waag het niet om dichter bij te komen.’
Ik vond het een mooie gedachte: zo’n klein, kwetsbaar vogeltje dat in de boze buitenwereld boven op een stuk hout blijft zitten om zijn wereld te beschermen. Je hoeft maar even naar de pootjes van een roodborstje te kijken en je ziet dat het een vogeltje van niks is. Die is zo kwetsbaar.
In deze weken voor het kerstfeest gaat het erom dat Jezus naar deze wereld kwam. Klein en kwetsbaar. Hij doet dat om ervoor te zorgen dat Gods wereld geen afgesloten terrein is, maar dat ieder daar mag komen. Daarvoor was wel Jezus’ kwetsbaarheid nodig. Jezus’ kwetsbaarheid nodigt me uit om in Gods wereld naar binnen te gaan en te zien hoe kracht vaak afstand schept. Jezus’ kwetsbaarheid bewaakt niet, maar nodigt uit.