Ik kijk er elk jaar naar uit: de kerststal neerzetten met de kinderen. Ze vinden het prachtig om alles te voorschijn te halenK en ze helpen goed mee. ‘Kijk dit is een herder, die zetten we hier neer.’ ‘Papa, mag ik Maria neerzetten?’ ‘En nu nog het belangrijkste, kindje Jezus’. We zetten ook de wijzen er maar in, ook al zegt de traditie dat je nog moet wachten. Dan gaan de lampjes aan en kijken maar. Op hun knietjes ervoor en genieten van het licht.
Helemaal feest was het toen ze met hun moeder de kerstboom gingen optuigen. Ze mochten zelf een klein pluche diertje uitzoeken voor in de boom. Elke dag kijken ze of hun diertje nog wel goed hangt. En als dan de lampjes aangaan, dan kijken ze er vol verlangen naar. Het eerste dat onze kinderen ’s morgen roepen als ze beneden komen is: ‘De lampjes moeten aan.’ Boom en stal weerspiegelen hoop en verwachting dat de hele wereld verlicht zal worden.
In het verlangen naar het licht van onze kinderen zie ik iets van de betekenis van kerst. Het kerstkind is het belangrijkste van de hele stal. Hij komt om de wereld te verlichten. Kinderen op hun knietjes voor de kribbe zijn kinderen die Jezus aanbidden.
Wat een lieve foto, kinderen zijn zo puur.
Inderdaad, we kunnen de verwondering van hen
leren!