Mijn kinderen in het donker naar de basisschool brengen, vind ik vervelend. De dag begint al, terwijl het nog licht moet worden. Als ik een hele dag weg ben ,in het donker vertrek en met donker weer thuiskom, heb ik het gevoel buiten het leven te staan. Onze maatschappij volgt wat mij betreft te weinig het ritme van de natuur. Vroeger deden mensen dat beter door in de winter meer te slapen en vroeger naar bed te gaan. Die donkere dagen zijn lang en zwaar. Ik zie het aan de bleke gezichtjes van mijn kinderen. Het is tijd dat er meer licht komt.
Vorige week merkte ik dat het iets eerder licht is ’s morgens. Ik was er blij om. Het gaat de goede kant op. Nog even en we kunnen ’s avonds aan tafel eten, zonder dat het licht al aan hoeft. Wij mensen zijn niet gemaakt om in het donker te leven. Met enige jaloersheid denk ik aan de dieren met een winterslaap. Die snappen hoe het werkt: Alleen als er genoeg licht is, kan je leven. Al die lampen die bedacht en ontwikkelt zijn, halen het niet bij het licht van de zon dat schijnt, leven en warmte geeft. Dagen die langer worden, geeft mij hoop dat het echt lente gaat worden.
Hoop is belangrijk in deze wereld. Je kan makkelijk de hoop verliezen als je naar het journaal kijkt. De wereld lijkt soms alleen maar in het donker te leven. Tegelijk zijn er telkens sporen van het licht dat komt. Mensen die zich om elkaar bekommeren, mensen die elkaar niet kennen en toch vriendelijke woorden met elkaar uitwisselen. Initiatieven om een buurt of een wijk beter te maken. Ruimte voor mensen die anders zijn. Ik zie het licht erin dat komt. God laat deze wereld niet los. Hoe donker het soms lijkt. Door Gods werking gaat er licht schijnen in het donker. God is bezig en het is zichtbaar voor wie goed kijkt.