Ik liep langs een sloot en daar zag ik een aantal eendenkuikentjes. Ik hoorde ze voor ik ze zag, want die beestjes kunnen een herrie maken. ‘Piep, piep’ klonk het van alle kanten. Ze waren volgens mij nog maar net uit het ei, want ze waren nog piepklein. Als pingpongballetjes schoten ze heen en weer over het water. Ze leken op zoek naar hun moeder. Die zag ik niet zwemmen. Het leken kuikentjes die alleen waren en in paniek zochten naar warmte en veiligheid. Dat vond ik zorgelijk. Want deze kwetsbare wezentjes hebben bescherming nodig. Een snoek, poes of kraai lust graag zo’n donsbolletje, maar een boze moedereend kan deze belagers weg houden. Zouden deze kuikentjes wees zijn? Waar moeten ze wegkruipen als de zon onder gaat? Welke vleugels zorgen ervoor dat de kuikens beschermd zijn? Het leven in de sloot is toch eng zonder moedereend?
Tussen Hemelvaart en Pinksteren zit één zondag. Die zondag heeft een speciale naam: wezenzondag. Dat komt door de belofte van Jezus. Hij zegt dat zijn volgelingen niet alleen, als wezen, achter zullen blijven. Jezus gaat zelf naar de hemel, maar Gods aanwezigheid zal merkbaar en voelbaar aanwezig zijn. God komt met Pinksteren terug om in de harten van mensen te gaan wonen. Pinksteren betekent dat Gods Geest er is om bij weg te kruipen. Hij beschermt en ziet mij.
Toen ik wat langer aan de rand van de sloot stond, zag ik plotseling de moedereend. Ze zat aan de rand van het water, maar was verstopt in het gras en het riet. Ze viel bijna niet op, maar ze hield de kuikentjes goed in de gaten. Opgelucht ging ik naar huis. Toen bedacht ik dat Gods aanwezigheid in mijn leven ook lang niet altijd zichtbaar is, net als de eend. Soms merk ik er weinig van. Toch is Gods Geest aanwezig om mij liefdevol te zien en te beschermen.
Verschijnt ook in de Harderwijker Courant.
Wat een mooie bemoediging Pieter
Mooi! Het hele evangelie in een eend!