Vanavond is voorlopig de laatste avond dat ik aan het werk ben. Overdag ga ik nog een paar weken door. De zomervakantie komt dichterbij en het werk in de kerk wordt minder. Dat is fijn, want de animo om ’s avonds nog te vergaderen of iets anders te doen neemt af als de temperaturen stijgen. Dat heeft iets moois. God heeft ons gemaakt om te leven en niet om te vergaderen. Als Mozes eerst had moeten overleggen en stemmen voor hij Israël uit Egypte had bevrijd, dan hadden ze er nog gezeten. En stel je voor dat David had vergaderd voor hij Goliath te lijf ging, dan was hij ondertussen groot genoeg om in het harnas van Saul te passen.
Daarom laat vakantietijd zien hoe deze wereld door God bedoeld is: een plek om te leven. Het is niet voor niets dat de bijbel beschrijft hoe de eerste dag voor de mens bestond uit rusten. Dat mocht hij kennelijk doen voor er gewerkt moest worden.
Die rust is belangrijk voor onze cultuur die zichzelf gek maakt door te moeten blijven werken. Je bent pas iemand als je zegt dat je het druk hebt. Het is goed om te zien hoe de bijbel Gods nieuwe wereld omschrijft als het aanbreken van de grote zomer. Onze toekomst ligt er niet in dat we blijven werken, maar dat we kunnen rusten en genieten. Geef mij de zomer maar.
De komende maanden zal er geen wekelijkse blog zijn. Het is vakantietijd!
Over het thema van rust en onze cultuur gaat het op de komende Reveilweken van de NEM. Een heerlijke plek om in de zomer te zijn. Je kan je nog opgeven, maar het is bijna vol.