Gisteren ging ik vroeg hardlopen. De zon begon te schijnen over de weilanden. In het licht van de zon zag ik flarden mist boven en tussen de koeien hangen. Daardoor kregen de stralen van de zon een prachtig effect. Wat is de wereld dan mooi. Daar krijg ik geen genoeg van. (Alhoewel ik niet elke dag vroeg ga hardlopen). Wat mij elke keer weer treft is dat het telkens anders is hoe de zon schijnt en hoe het licht gebroken wordt.
Dit is nog maar een voorbeeld. Als je bij de zee komt is het precies hetzelfde. Als ik over de duinen naar de zee loop, dan ruik ik de zee al. Elke keer als ik de zee zie ben ik onder de indruk: Het brede zand, de golven en de witte koppen er bovenop. Het is elke keer net een beetje anders, maar altijd even prachtig.
Vaak vergeet ik dat God het heeft gemaakt. Ik vind het heel normaal dat deze wereld zo mooi is. Het komt omdat God van mooie dingen houdt. Hij houdt van de zee die op strand komt, hij geniet van de zon als het lang heeft geregend. Hij kijkt met plezier naar een zon die ondergaat en alles rood kleurt. Wat heeft God de wereld mooi gemaakt.