Sperziebonen

Voor mijn huis heb ik een moestuintje. Ik legde er sperziebonen (de officiële term bij sperziebonen is leggen en niet zaaien vertelde een tuinder me ooit). Omdat het voorjaar koud en nat was kwamen ze maar moeilijk op en het duurde ook lang voor er bloemen en daarna bonen aan kwamen. Tegenover het natte koude voorjaar, staat een droog, warm najaar. Dus er kwamen nu wel bonen aan.

Ik plukte ’s middags de bonen en diezelfde avond aten we ze op. Verser dan zo kan je geen warme maaltijd klaarmaken. Ik hoef ze ook niet goed te wassen, want er zit alleen wat stof op. Bestrijdingsmiddelen gebruik ik niet.

Mijn bonen zet ik dicht op elkaar, dan komt er geen onkruid bij. Ik heb de hele zomer niet gekeken naar mijn bonen en toch groeiden ze. Er was zelfs genoeg water zonder dat ik mijn gieter gebruikte.  Terwijl ik de bonen plukte realiseerde ik me hoe bijzonder God de aarde heeft gemaakt. Er groeit eten op de bodem. Ik hoef alleen maar iets in de grond te stoppen en het gaat groeien. God zorgt op die manier voor ons eten. Ik realiseerde me dat pas echt toen ik mijn eigen bonen plukte. Er is een uitdrukking: je moet je eigen boontjes doppen. Dat betekent: je moet er zelf voor zorgen. Om mijn bonen te eten, hoef ik mijn eigen boontjes niet te doppen. Want God laat ze groeien.

Eén reactie

  1. Anneke Hoornsman

    Vergelijking mooi .

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *