Natuurlijk kijken wij thuis ook naar de luizenmoeder. Ik kom ondertussen al zo’n 12 jaar op een basisschool, dus sommige dingen zijn herkenbaar. Al vind ik de juffen (en meesters) die ik ken veel communicatiever dan de juffen van de Klimop. Het is wel lachen om die jonge alleenstaande moeder van Floor die zich elke morgen in de slangenkuil van het schoolplein begeeft. Het is zo’n serie waarin je veel van de bijbel terugziet. Het rauwe alledaagse leven komt voor in de Luizenmoeder en in de bijbel.
Die manipulerende directeur die zich er telkens weer onderuit kletst is natuurlijk een prachtig voorbeeld van het misbruik van een positie en het gekonkel om de macht te blijven bezitten. De bijbel is vol van zulke figuren die er alles aan doen om niet van hun voetstuk te vallen.
Het mooiste personage vind ik Volkert, de conciërge. De kinderen mogen bij hem komen. Hij zorgt ervoor dat ze aan het leren komen en dat ze gezien worden. Hij ziet ook trouwens de hulpmoeder die zichzelf volledig voorbijloopt echt staan. Hij trekt zich niks aan van de macht. En hij is natuurlijk vol littekens in zijn ziel. PTSS is niet niks. Hij lijkt wel een beetje op Jezus. Die zegende de kinderen, zag de mensen hoe ze echt zijn. Daarnaast kreeg hij de machthebbers elke keer op de kast en draagt hij na Pasen zijn littekens met zich mee.
Het zou mij niet verbazen als de conciërge in de loop van de serie nog meer de zondebok wordt die de fouten van anderen draagt.