“Onrustig is mijn hart tot het rust vindt in u, Heer”. Rond het jaar 400 schreef Augustinus deze zin op in zijn beroemde boek waarin hij verantwoordt waarom hij gelooft. De eerste eeuwen van onze jaartelling wisten mensen nog goed hoe kwetsbaar mensen zijn. Voortdurend waren er epidemieën en ziektes die velen velden.
Augustinus wilde niet geloven. Hij vond de bijbel maar een achterlijk en ouderwets boek. De wijsheid van mensen was toch veel sterker dan zo’n achterhaald verhaal. En toch merkte hij dat juist het lezen in de bijbel rust en kracht gaf.
Ik ben onrustig, zoals vele mensen met mij. Die onrust vind ik prima. Een gelovige hoeft niet direct antwoord te hebben en kan bezorgd zijn. Als er veel aan het veranderen is in de wereld en het leven, dan is het normaal om onzeker en onrustig te zijn. Als onze menselijke systemen het begeven, dan ben ik van slag. De bijbel laat prachtige voorbeelden zien van bezorgde mensen die adequate maatregelen nemen, zoals David die moet vluchten voor Absalom.
Tegelijk is het goed om niet alleen bezorgd te zijn, maar juist in onze bezorgdheid naar Jezus Christus toe te gaan. Hij kent bezorgdheid, zoals in Getsemane. En in de stilte van de ontmoeting tussen mijn onrustige hart en Christus, ontstaat er misschien een glimp van rust. Wij zijn niet alleen in deze wereld. Zelfs niet met onze onrust.
Dank jewel voor deze bemoedigende woorden,die ik even heel hard nodig had.
Laten wij met God praten en vragen of hij rust in ons hart geven en vragen of hij het verplegend personeel hulp en kracht willen geven bij hun werk ik wil u ook vragen of hij bij de nabestaande wil zijn en hun troost willen geven om hun verdriet wil verzachten