Uit het voorwoord bij dit boek:
Heftig hoor.
Kon je niets gezelligers bedenken?
Oooh.
Wat een boeiend thema.
Waarom?
Deze reacties kreeg ik afgelopen jaren als ik vertelde dat ik een studie deed over de dood en daar een boek over wilde schrijven. Er ontstonden vaak boeiende gesprekken, waarbij mensen deelden hoe zij de afgelopen jaren de dood waren tegengekomen. Want dat magere Hein bij iedereen op bezoek komt – gewenst of ongewenst – is duidelijk.
Het idee voor dit boek ontstond toen ik op zoek was naar een boek over de dood. In het schap van de boekwinkel kon ik alleen maar boekjes vinden over rouwverwerking. Ik wilde meer, want ik wilde me verdiepen in de dood zelf. Toen ben ik het boek zelf maar gaan schrijven.
Als predikant leid ik geregeld begrafenissen. De mensen die ik daarbij ontmoet, zijn degenen voor wie ik dit boek heb geschreven. En natuurlijk voor iedereen die nadenkt over de dood en meer van het christelijke perspectief erop wil weten. Ik heb geprobeerd mijn lezers te helpen om te snappen wat de dood is en of ze er bang voor moeten zijn.
Mijn persoonlijke zoektocht naar de betekenis van de dood ontstond bij het overlijden van Rolinda, mijn eerste vrouw en de moeder van mijn drie oudste kinderen. Ik schreef het boek Dag zeggen, dolen in rouw over mijn ervaringen in deze rauwe tijd. Maar de vraag wat de dood precies is, bleef me bezighouden en resulteerde zoals gezegd in dit boek. Hoe kan het toch dat een gezond lichaam zo ziek kan worden dat het in een dag niets meer kan en alleen maar stil ligt en vergaat? Wat gebeurt er met alle herinneringen die zijn opgeslagen in het hoofd van een overledene? De dood is een mysterie.