Een half jaar geleden zijn we verhuisd. Natuurlijk blijven er altijd wat klusjes liggen. Afgelopen week heb ik er weer een gedaan. Er moest nog een spiegel op de overloop worden opgehangen. Na wat gepruts hangt hij er dan toch: een passpiegel waarin je goed al je kleren kan zien. Met mijn gebrek aan technische vaardigheden was het nog een hele klus om dat ding recht te krijgen, maar na wat gemopper op mijzelf blijft hij hangen.
Toen ik de avond na het ophangen van de spiegel boven kwam, was ik verbaasd hoe licht het was. Doordat het buiten donker was, brandde het licht op de overloop. Dat is elke avond zo, omdat onze kleuters anders niet kunnen slapen. Maar er was plotseling veel meer licht. Dat kwam door de spiegel. Die weerkaatst de lamp die vanaf het plafond schijnt. Zodoende straalt het licht je van meer kanten toe.
Als God de mensen maakt dan zijn ze bedoeld om als spiegel te leven. Ze moeten het licht van Gods aanwezigheid weerspiegelen naar de wereld en de mensen om hen heen. Op die manier is de mens het beeld van God en kan hij ervoor zorgen dat Gods aanwezigheid meer zichtbaar wordt. Hoe meer mens, hoe meer van God, is de bedoeling.