En het is Pasen geweest, maar dit jaar ben ik meer dan andere jaren ervan doordrongen dat er nog heel wat werk wacht voor de wereld weer is zoals God die bedoeld heeft.
Het is Pasen geweest en we zijn nog steeds in quarantaine. Nu slaat de saaiheid toe. Het weer werkt ook niet echt mee vandaag. Het is grauw en grijs. Ik kwam erachter dat we nog heel veel appels in huis hebben en kennelijk is de verveling zo sterk dat onze tieners uit zichzelf bedachten dat ze wel een appeltaart konden bakken. Uiteraard is dit initiatief toegejuicht. Je moet toch wat doen om de sleur te doorbreken. Straks bewonder ik het resultaat. Dan geniet ik van de kleur, maar meer nog van de geur.
De saaiheid verdrijven, zoals onze tieners op dit moment doen. Dat lijkt wel erg op Gods werk aan het begin van de wereld. Wat God aantreft is woest en leeg. Er is niks aan op aarde. Het is dodelijk saai. Dan begint God te werken. Hij wil geur en kleur in plaats van de stille grauwheid. En het lukt. Er ontstaat een bont palet van kleuren, van het teerste groen tot het felste geel. En dan de geuren: van een bloeiende bloem tot gras in de regen.
Het is Pasen geweest. Ooit is de saaiheid voorgoed voorbij.